De term ‘open’ in de wijnwereld verwijst naar de fase waarin een wijn zijn aroma’s en smaken begint te onthullen, vaak na het openen van de fles. Wijnen kunnen in dit stadium complaxer en meer gelaagd worden, waardoor ze aantrekkelijker voor de wijnliefhebber zijn. Het openen van een wijn helpt ook om eventuele reductieve geuren te laten verdwijnen.

Bijvoorbeeld, een jonge Cabernet Sauvignon uit de Napa Valley kan in het begin gesloten voorkomen, met intense tannines en een strak aroma. Wanneer de fles geopend wordt en de wijn lucht krijgt, ontwikkelen smaken van zwart fruit, chocolade en tabak zich. Dit proces kan verschillende tijdsintervallen vereisen, afhankelijk van de wijn en de druivensoort, zoals bij een Merlot of een Syrah uit Bordeaux, die ook baat hebben bij een ademende fase.

Regionale thermen kunnen ook invloed hebben op het ‘openen’ van de wijn. Wijnen uit warmere gebieden, zoals de Toscana met zijn Sangiovese, ontwikkelen vaak sneller aroma’s dan wijnen uit koelere klimaten zoals de Loire-vallei. Daarnaast kan decanteren, een techniek waarbij de wijn in een andere container wordt gegoten, ook helpen om een wijn schneller ‘open’ te maken, wat zeker nuttig kan zijn voor oudere jaargangen, zoals een Barolo of Brunello di Montalcino.