Meeldauw is een schimmelziekte die wijnstokken aantast en zich voornamelijk manifesteert in twee varianten: echte meeldauw (Uncinula necator) en valse meeldauw (Plasmopara viticola). Echte meeldauw ontstaat in droge, warme omstandigheden en bedekt bladeren en druiven met een witte schimmel, terwijl valse meeldauw zich ontwikkelt in vochtige omstandigheden en een gele verkleuring van de bladeren veroorzaakt. Beide vormen kunnen aanzienlijke schade aanrichten in de wijngaard.

In wijnlanden zoals Frankrijk, Italië en Spanje is meeldauw een veelvoorkomend probleem, vooral in regio’s met een vochtig klimaat, zoals Bordeaux en de Loire-vallei. Druivenrassen zoals Chardonnay, Cabernet Sauvignon en Merlot zijn gevoelig voor deze schimmels. Bij een uitbraak van meeldauw kunnen wijnmakers aanzienlijke verliezen lijden in de opbrengst en de kwaliteit van de druiven verminderen, wat de uiteindelijke wijn beïnvloedt.

Preventieve maatregelen tegen meeldauw zijn essentieel voor wijngaardbeheer. Terwijl biologische bestrijding en de keuze voor resistente druivenrassen steeds gebruikelijker worden, vertrouwen veel wijnproducenten nog steeds op fungiciden als bescherming. Wijnregio’s zoals Napa Valley in de VS en Barossa Valley in Australië hebben ontwikkelingsstrategieën voor het beheersen van meeldauw, zodat de kwaliteit en opbrengst van hun wijnen behouden blijft.