Lie, een term uit de wijnwereld, verwijst naar de onopgeloste vaste deeltjes en gistcellen die zich tijdens de wijnproductie op de bodem van het vat of de fermentatietank ophopen. Deze ‘lie’ kan aroma’s, textuur en smaak toevoegen aan de wijn, wat vooral merkbaar is in Franse wijnen, zoals Chardonnay uit de Bourgogne en Sauvignon Blanc uit de Loire.

In veel wijnregio’s, zoals Champagne en de Elzas, wordt wijn soms ‘sur lie’ gerijpt. Dit houdt in dat de wijn op de lie blijft liggen na de fermentatie, wat leidt tot een romigere textuur en complexe smaken. Voorbeelden hiervan zijn de Crémant d’Alsace en de gewurztraminer wijnen, die profiteren van deze rijpingsmethode.

Verschillende druivenrassen reageren anders op dit proces. Bij Chardonnay kan de lie-veroudering smaken van boter en brioche naar voren brengen, terwijl bij de Chenin Blanc uit de Loire-frankrijk de minerale tonen versterkt worden. Deze technieken zijn cruciaal in gebieden zoals de Napa Valley en de Barossa Valley, waar wijnmakers streven naar een rijke, complexe smaakprofiel.