De term ‘kleur’ verwijst naar de visuele eigenschap van wijn die voornamelijk wordt bepaald door de gebruikte druiven, de vinificatiemethode en de ouderdom. Wijn kan in verschillende kleuren voorkomen, zoals wit, rosé en rood. De kleur heeft invloed op de waarneming en kan informatie geven over de kenmerken en smaak van de wijn. Bijvoorbeeld, een dieprode wijn kan duiden op een hoge concentratie aan anthocyanen, pigmenten die van nature in de dikke schillen van blauwe druiven zijn aangetroffen.

Er zijn wereldwijd verschillende wijnlanden en regio’s die bekend staan om specifieke kleuren. Rode wijnen komen vaak uit Frankrijk, vooral uit de Bordeaux- en Bourgogne-regio, met druivensoorten zoals Cabernet Sauvignon en Pinot Noir. Witwijnen zijn typerend voor gebieden zoals de Loirevallei en de Elzas, waar druivenrassen zoals Sauvignon Blanc en Riesling voorkomen. Rosé wijnen, die vaak een lichtere kleur hebben, zijn populair in gebieden zoals de Provence in Zuid-Frankrijk, waar Grenache een belangrijke rol speelt.

De kleur van wijn kan ook veranderen naarmate de wijn ouder wordt. Jonge witte wijnen zijn vaak lichter en helderder, terwijl oudere witte wijnen een gouden of amberkleurige tint kunnen ontwikkelen. Roodwijnen worden meestal donkerder naarmate ze ouder worden, waarbij de kleur kan variëren van paars naar een bruinachtige tint bij zeer oude exemplaren. Dit kleurenpalet biedt wijnliefhebbers en sommeliers waardevolle aanwijzingen over de leeftijd, kwaliteit en het type wijn dat zij proeven.