Grip in de wijnwereld verwijst naar de textuur en de structuur van een wijn, die het aangenaam maakt om te drinken en een gevoel van stevigheid biedt. Dit begrip is vooral van belang bij de beschrijving van rode wijnen, zoals een rijke Barolo uit Italië of een stevige Cabernet Sauvignon uit Napa Valley. Grip kan ook het fenomeen beschrijven waarbij de tannines in de wijn een zekere droogheid in de mond veroorzaken, wat de complexiteit en diepgang van de wijn onderstreept.

Wijnen met goede grip zijn vaak afkomstig van kwaliteitsdruiven en hebben rijpe tannines, die bijdragen aan de algehele balans van de wijn. Voorbeelden hiervan zijn Chianti Classico uit Toscane, waar de Sangiovese-druif verantwoordelijk is voor de stevige structuur, en de Malbec uit Argentinië, die met zijn krachtige tannines een verrassende grip biedt. Dit aspect is erg belangrijk bij de beoordeling van de houdbaarheid van een wijn; wijnen met een goede grip kunnen zich vaak goed ontwikkelen in de fles.

Naast de specifieke druivenrassen spelen ook terroir en vinificatietechnieken een cruciale rol bij het creëren van grip. Wijnen uit koelere klimaten, zoals een Bourgogne Pinot Noir, hebben vaak een fijnere grip, terwijl warmere regio’s, zoals Barossa Valley met zijn Shiraz, meer krachtige en stevige wijnen voortbrengen. Het begrip grip is dus veelzijdig en kan een belangrijke indicator zijn voor de kwaliteit en ontwikkeling van wijnen uit verschillende delen van de wereld.