Geographical Indications (GI) verwijzen naar namen of tekens die worden gebruikt om producten te identificeren die afkomstig zijn uit specifieke geografische gebieden en bepaalde kenmerken of kwaliteit hebben die inherent zijn aan dat gebied. Bij wijn is dit systeem cruciaal, aangezien de terroir, druivenrassen en traditionele productieprocessen unieke smaken en aroma’s beïnvloeden. Voorbeelden van GIs zijn Bordeaux in Frankrijk, Barolo in Italië en Napa Valley in de Verenigde Staten.

Verschillende landen hebben hun eigen systemen voor het erkennen van geografische aanduidingen. In Frankrijk wordt het systeem AOC (Appellation d’Origine Contrôlée) gebruikt, dat onder andere beroemd is voor kwaliteitswijnen zoals Champagne, Sancerre en Côtes du Rhône. In Italië worden wijnen aangeduid met DOC (Denominazione di Origine Controllata) en DOCG (Denominazione di Origine Controllata e Garantita), wat onder andere wijnen zoals Chianti, Brunello di Montalcino en Prosecco omvat.

Geographic Indications zijn niet alleen van belang voor de kwaliteit, maar ook voor de bescherming van de identiteit van wijnen. Wijngebieden zoals Mendoza in Argentinië en Stellenbosch in Zuid-Afrika gebruiken GIs om lokale druivenrassen zoals Malbec en Pinotage te promoten. Door deze geografische aanduidingen te behouden, kunnen consumenten de herkomst en kwaliteit van de wijn begrijpen, wat bijdraagt aan een betere wijnervaring.