Falaises, ofwel kliffen, verwijzen naar steile hellingen of heuvelachtige gebieden die vaak langs kusten en rivieren voorkomen. In de wijnbouw hebben falaises een belangrijke invloed op de terroir, de unieke combinatie van bodem, klimaat en topografie die de karakteristieken van een wijn beïnvloeden. Deze elementen spelen een cruciale rol in de groei van wijnstokken en de kwaliteit van de druiven.
In verschillende wijnregio’s over de wereld zijn falaises prominent aanwezig. Een voorbeeld zijn de kalkstenen kliffen van de Champagnestreek in Frankrijk, waar de druiven zoals Chardonnay, Pinot Noir en Pinot Meunier worden verbouwd. Ook in Duitsland komen falaises voor, met name langs de Rijn, waar steile hellingen bijdragen aan de ontwikkeling van hoogwaardige Riesling-wijnen. Deze kliffen zorgen voor een microklimaat dat de rijping en smaakconcentratie van de druiven bevordert.
Daarnaast zijn er in het economische aspect van de wijnbouw voordelen verbonden aan falaises. De heuvelachtige gebieden maken het mogelijk om druivenstokken op verschillende hoogtes te planten, wat de diversiteit van de wijnen vergroot. Wijnregio’s zoals de Douro vallei in Portugal, beroemd om zijn Portwijnen, en de Cote d’Or in Bourgondië, waar Pinot Noir en Chardonnay worden verbouwd, profiteren duidelijk van dergelijke topografie. Deze unieke landschappen dragen bij aan de complexiteit en variatie van de wijnen die ze voortbrengen.