De druifluis, specifiek bekend als de Phylloxera vastatrix, is een microscopisch klein insect dat een grote bedreiging vormt voor wijngaarden wereldwijd. Dit insect tast de wortels van wijnstokken aan en veroorzaakt ernstige schade, wat kan leiden tot de dood van de plant. De druifluis werd in de 19e eeuw geïntroduceerd in Europa vanuit Noord-Amerika, waar wijnstokken resistent waren tegen dit ongedierte. De gevolgen voor de Europese wijnproductie waren catastrofaal, met een drastische afname van de productie in bekende wijnlanden zoals Frankrijk, Italië en Spanje.

In zijn zoektocht naar gezonde wijnstokken werden verschillende wijnregio’s en druivenrassen in bescherming genomen. Om de impact van de druifluis te bestrijden, zijn veel Europese wijnboeren overgestapt op resistentere onderstammen, vaak afkomstig uit Noord-Amerika. Dit heeft geleid tot de herintroductie van populaire druivenrassen zoals Cabernet Sauvignon en Merlot, die nu vaak worden geënt op resistente onderstammen zoals Vitis riparia of Vitis berlandieri. In gebieden zoals Bordeaux en de Rhône-vallei zijn deze technieken cruciaal gebleken om de kwaliteit van de wijnen en de economische stabiliteit van de regio te waarborgen.

De gevolgen van de druifluis zijn ook terug te vinden in nieuwe wijnlanden, waar wijnboeren hebben geleerd van de Europese ervaring. In landen zoals Australië, Zuid-Afrika en Chili is men zich bewust van de risico’s en hebben ze preventieve maatregelen getroffen. Hierdoor blijven de wijnproductie en -kwaliteit gestabiliseerd, terwijl druivenrassen zoals Syrah in Australië en Sauvignon Blanc in Nieuw-Zeeland floreren. De druifluis blijft echter een voortdurende uitdaging voor de wijnindustrie, waarbij onderzoek en ontwikkeling van nieuwe resistente variëteiten van essentieel belang zijn voor de toekomst van de wijnbouw.