Chaptaliseren is het proces waarbij suiker wordt toegevoegd aan de most, het geperste sap van de druiven, tijdens de wijnproductie. Dit wordt gedaan om het alcoholgehalte van de uiteindelijke wijn te verhogen, vooral in wijnregio’s waar druiven niet volledig rijp zijn of een laag suikergehalte hebben. Het is vernoemd naar de Franse chemicus Jean-Antoine Chaptal, die het methodisch heeft gepromoot in de 19e eeuw.

In Bordeaux, een bekroonde wijnregio in Frankrijk, wordt chaptaliseren vaak toegepast bij druivenrassen zoals Merlot en Cabernet Sauvignon, die in koele jaren minder suiker kunnen ontwikkelen. Ook in andere Europese landen zoals Duitsland, waar Riesling en Gewürztraminer verbouwd worden, wordt dit proces soms gebruikt om zoete wijnen te maken, vooral in het geval van laten oogsten en edele rotting.

Hoewel chaptaliseren een waardevolle techniek is, zijn er strenge regelgeving en beperkingen verbonden aan het gebruik ervan. In landen zoals Italië is het toegestaan in sommige regio’s, zoals Piemonte voor Barolo, maar in andere, zoals Toscane voor Chianti, is het verboden. Hierdoor verschilt de aanpak per regio en druivenras, en dat beïnvloedt de stijl en kwaliteit van de geproduceerde wijnen.