Bodembegroeiing verwijst naar de vegetatie die groeit op de bodem van een wijngaard en heeft een cruciale rol in de wijnbouw. Deze begroeiing omvat vaak grassen, kruiden en andere planten die de bodemstructuur verbeteren, de vochthuishouding bevorderen en de biodiversiteit verhogen. Voorbeelden van bodembegroeiing zijn klaver, voedergras en kruiden die niet alleen de erosie tegengaan maar ook de natuurlijke fauna ondersteunen.

In wijnlanden zoals Frankrijk, waaronder Bordeaux en de Rhône-vallei, wordt bodembegroeiing vaak toegepast om de gezondheid van de wijngaard te verbeteren. De combinatie van autochtone planten en wijnstokken, zoals Merlot en Syrah, kan resulteren in een betere druivenkwaliteit. Het beheer van bodembegroeiing verschilt per regio; in warme gebieden kan het helpen om de temperatuur van de bodem te reguleren, terwijl het in koelere klimaten kan bijdragen aan een betere drainage.

Wijnregio’s zoals Toscane en Napa Valley gebruiken ook bodembegroeiing als een ecologische benadering. Druivenrassen zoals Sangiovese en Cabernet Sauvignon profiteren van een goed beheerde bodemvegetatie. Door het gebruik van bodembegroeiing kunnen wijnproducenten niet alleen de opbrengst verhogen, maar ook de smaakcomplexiteit van hun wijnen verbeteren, wat leidt tot meer expressieve en karaktervolle producten.