Astringentie is een sensorische perceptie die vaak wordt geassocieerd met het drinken van wijn. Het beschrijft de droge, ongepolijste ervaring die ontstaat door de interactie van tannines in de wijn met speeksel en mondweefsel. Deze eigenschap is vooral prominent aanwezig in rode wijnen en kan variëren van mild tot intens, afhankelijk van de druivensoort en de vinificatiemethoden. Astringentie speelt een cruciale rol bij het balanceren van de smaken in wijn en kan de algehele drinkervaring beïnvloeden.
In het geval van rode wijnen komen astringente kenmerken vaak voor bij druivenrassen zoals Cabernet Sauvignon en Nebbiolo. Cabernet Sauvignon, afkomstig uit regio’s zoals Bordeaux in Frankrijk en Napa Valley in de Verenigde Staten, staat bekend om zijn krachtige tannines en volle lijf. Nebbiolo, dat voornamelijk wordt geteeld in de Italiaanse regio Piemonte, heeft ook een hoge tannine-inhoud die bijdraagt aan de astringente aard en het verouderingspotentieel van de wijn. Deze tannines geven niet alleen structuur, maar kunnen ook bijdragen aan de complexiteit en diepgang van de smaak.
Witte wijnen zijn over het algemeen minder astringent, maar kunnen enige tannine bevatten, vooral als ze zijn gemaakt met schilcontact, zoals bij sommige Orange Wines. Druivenrassen zoals Chardonnay en Sauvignon Blanc uit regio’s als de Loire-vallei en Californie kunnen lichte astringentie vertonen, vooral wanneer ze vergist worden in eikenhouten vaten. De mate van astringentie is dus een belangrijke factor om te overwegen bij het proeven van wijn en kan invloed hebben op de voedselcombinatie en de algehele waardering van een specifieke wijn.