Afdronk verwijst naar de nasmaak die achterblijft op het gehemelte na het proeven van wijn. Deze ervaring kan variëren van enkele seconden tot meerdere minuten en geeft vaak een indicatie van de kwaliteit en complexiteit van de wijn. Wijnen met een lange afdronk, zoals een Bordeaux of een Barolo, worden vaak als meer verfijnd beschouwd, terwijl wijnen met een kortere afdronk, zoals sommige lichte witte wijnen, een minder complexe smaakervaring bieden.
De aard van de afdronk kan beïnvloed worden door diverse factoren, zoals het gebruikte druivenras, het klimaat en de productiemethoden. Bij een krachtige Cabernet Sauvignon uit Napa Valley kan de afdronk bijvoorbeeld vol en fruitig zijn, terwijl een tannat uit Uruguay een sterke en aardse afdronk kan geven. Evenzo kunnen sommige chardonnay’s, vooral die uit Bourgondië, een romige en boterachtige afdronk hebben, wat aangeeft dat de wijn op houten vaten heeft gerijpt.
De afdronk kan ook variëren afhankelijk van de wijnregio. Een Sangiovese uit Toscane kan een karakteristieke hoge zuurgraad en een kruidige afdronk hebben, terwijl een Shiraz uit Australië vaak een intense, fruitige afdronk met tonen van specerijen en chocolade biedt. Het begrijpen van de afdronk helpt wijnliefhebbers niet alleen om de smaken van de wijn beter te waarderen, maar ook om de herkomst en de stijl van de wijn te herkennen.