De eerste wijngaarden in dit gebied, aan de oostkust van de VS, werden aangeplant door Nederlanders! Zij vestigden zich in de vruchtbare Hudsonvallei en probeerden van lokale druiven wijn te maken. Ook lieten zijn stokken uit Europa overkomen. Succesvol zijn zij niet geweest: het heeft tot de 19e eeuw geduurd voordat New York een aanzienlijk wijnproductie op gang bracht.
In die 19e eeuw was de concorddruif de meest aangeplante. Naast wijn kon je er ook jam en druivengelei van maken, wat nog steeds veel gebeurt. Die concorddruif staat er overigens nog steeds, maar kwaliteitsrassen als riesling, chardonnay, cabernet sauvignon, merlot en pinot noir zijn in opkomst. De Wijngaarden liggen vooral rondom de Finger Lakes, langs de oever van Lake Erie en op Long Island.