Hoewel er in alle staten van de VS wijn gemaakt wordt, is Amerikaanse wijn bijna synoniem met wijn uit Californië. De zonnige staat in het westen van het land neemt het leeuwendeel van de wijnproductie op zich, en doet dat al sinds de eerste missionarissen het gebied betraden.
Napa en Sonoma, ten noorden van San Francisco, zijn de bekendste gebieden, maar ook zuidelijker in de buurt van Los Angeles wordt wijn verbouwd. Tussen de bergketens van de Sierra Nevada en de zee ligt bovendien de hete Central Valley, waar de grootste hoeveelheden, voornamelijk goedkope wijnen vandaan komen. Een bedrijf als Gallo heeft hier zijn ‘production plants’.
Californië is ook het gebied waar de eerste serieuze concurrentie voor wijnen uit Europa vandaan kwam. Wijnmakers als Mondavi luidden in Californië in de jaren zestig en zeventig van de 20ste eeuw een revival van de Amerikaanse wijnindustrie in, die sindsdien van groot belang voor de hele wereld is geworden.
In Californië wordt met veel verschillende druivenrassen gewerkt, maar cabernet sauvignon, merlot en chardonnay zijn wel het populairst. Daarnaast doet ook pinot noir het goed in bijvoorbeeld Russian River. Een eigen specialiteit van Californië is de zinfandel, die wel Europese ‘roots’ heeft maar in Californië bijzonder rijke en rijpe wijnen oplevert. Er wordt ook een zoetige rosé van gemaakt, White Zin.
Van groot belang in het soms hete Californië is de invloed van de Stille Oceaan, die voor verkoeling zorgt, bijvoorbeeld in de vorm van mist in de Baai van San Francisco. Ook diverse microklimaten in de diverse bergketens langs de kust kunnen van groot belang zijn voor een bijzonder wijngebied.