Georgië ligt tussen de Zwarte Zee en de bergketens van de Kaukasus in het noorden en zuiden. Het klimaat en het landschap zijn zeer gevarieerd. Aan de Zwarte Zee heerst een mediterraan, in de bergen een continentaal klimaat. Het gebied kent veel geschikte landbouwgrond; landbouw is er dan ook de belangrijkste economische sector. Druiven, wijn, noten en thee zijn de belangrijkste exportproducten.

Georgië is waarschijnlijk het geboorteland van de Vitis vinifera en de gecultiveerde wijnbouw. Archeologische vondsten wijzen uit dat wijnbouw in dit land al voor 5000 voor Christus plaatsvond.

Tegenwoordig telt Georgië 64.000 hectare aan wijngaard, met veel verschillende druivenrassen. Dat zijn vooral inheemse druivenrassen, die de Georgische wijnen vaak een eigen karakter geven. Het zijn krachtige wijnen met rijpe smaaktonen, die in andere Europese landen nauwelijks gemaakt worden. Het meeste werk in de wijngaard gebeurt nog met de hand. Veel wijn wordt nog op traditionele wijze gemaakt in Kvevris: ingegraven kruiken van aardewerk.

De witte en rode wijnen die Georgië worden geproduceerd, hebben vaak een hoog extractgehalte en veel tannine. Er zijn weinig wijnen met frisse fruittonen.

Georgië produceert ook interessante wijndistillaten, zoals:

  • Egrisi: minimaal 6 jaar gerijpt
  • Gremi: minimaal 9 jaar gerijpt
  • Eniseli: 12 tot 15 jaar gerijpt in houten vaten
  • Tbisili: 15 tot 20 jaar gerijpt in houten vaten

De oudere distillaten hebben een mooi vanilla-aroma en een duidelijke restzoet.