Daar waar gewurztraminer naar lychees geurt en muscat naar druiven en rozen neigt, lijkt het aroma van viognier meer op abrikozen, peer en perzik. Als viognier niet zo intrigerend was geweest, zou hij waarschijnlijk geen plaats in dit boek hebben bemachtigd want er is maar weinig van. Zelfs in het Mekka van de viognier, in het stadje Condrieu en op Château Grillet in de noordelijke Rhône, is nauwelijks 50 hectare met dit druivenras beplant. Dat inmiddels in Zuid-Frankrijk, Californië (zoals in Napa Valley bij Joseph Phelps), Australië en Zuid-Afrika ook viognier is aangeplant, bevestigt de eigentijdsheid van deze druif.
Terwijl gewurztraminer en muscat meer eendimensionaal kunnen overkomen, hebben de betere viogniers uit Condrieu en Château Grillet meer diepte en complexiteit. Jancis Robinson vergeleek viognier eens met toiletpapier toen ze de wijnen uit Condrieu ‘soft yet strong’ noemde. Villard is mijn favoriete producent.
Viognier mag dan de beroemdste druif uit de noordelijke Rhône zijn, maar de meest elegante is ongetwijfeld de roussanne. Deze druif wordt van oudsher geassocieerd met witte Hermitage, maar is inmiddels in heel Zuid-Frankrijk aangeplant. De druif is in vergelijking met viognier veel minder aromatisch, maar ook veel delicater. Roussanne kan zeer goed ouderen, viognier niet. Er is nóg een druif in dit gebied: de marsanne. Marsanne wordt vaak met roussanne gemengd en kan opvallend naar marsepein smaken. Maar marsanne mist toch de verfijning en zuurgraad van de roussanne.