Nebbiolo is het meest honkvaste druivenras ter wereld. Het komt immers alleen maar voor in de Noord-Italiaanse provincie Piëmonte. Daar produceert het echter een van ’s werelds grootste wijnen: Barolo. De koning der wijnen en wijn der koningen. Wel vreemd dat de druif die aan de basis staat van een van de grote wijnen in de wereld buiten Piëmonte niet is aangeplant. De naam nebbiolo is afgeleid van nebbia, de najaarsmist waarin de wijngaarden aan de voeten van de Alpen hier omgeven kunnen zijn. De dikke schil van de nebbiolo geeft een tanninerijke, diep gekleurde wijn. Door hun hoge zuurgraad, forse tannine en hoge alcohol zijn het geen toegankelijke wijnen. Die structuur zorgt wel voor een ongekend lang bewaarpotentieel. Sterker nog, nebbiolo’s hebben tijd nodig om op dronk te komen.
Nebbiolo heeft een herkenbare, nauwelijks fruitige neus. Na korte tijd op fles ontstaan al smaken van teer, truffels, rozen, viooltjes, pruimen en chocola. Nebbiolo bereikt zijn hoogtepunt rondom de historische truffelstad Alba, in Barolo en Barbaresco. Al wordt barolo vaak als de mannelijke wijn getypeerd met veel ontwikkelingspotentieel en barbaresco als de meer vrouwelijke variant, deze stereotypen gaan vaak niet op. Wijnstijl is ook hier, net zoals in Bourgogne, geheel afhankelijk van de individuele producent.
Onbuigzaam en taai, zo wordt nebbiolo omschreven. Er bestaat geen andere druif die zoveel tannine, extract en zuren combineert. Ondanks de lange wettelijk verplichte lagering op vat heeft nebbiolo een diepe kleur. Het minimumalcoholpercentage voor barolo is 13. Een druivenras voor liefhebbers.
Nebbiolo lijkt voor sommigen wel op dat andere klassieke Noord-Italiaanse druivenras sangiovese, maar de verschillen zijn toch enorm. Proef maar eens een gewone nebbiolo naast een gewone Chianti. Sangiovese heeft veel meer fruit, is zachter en heeft vaak een lichtere kleur.
Ook is het leerzaam de traditionele stijl van vinificatie (gisting met steeltjes, pitjes en schilletjes gedurende een heel lange periode en een jarenlange opvoeding op grote walnoten vaten, korte tijd op fles) te proeven naast de moderne stijl. Traditionele nebbiolo’s resulteren in droge, tanninerijke wijnen zonder veel fruitintensiteit, terwijl de stijl van de moderne vinificatie (temperatuurbeheerste gisting op roestvrij staal zonder steeltjes en opvoeding op nieuwe eikenhouten vaten) de wijn juist toegankelijker maakt. Aldo Conterno vertegenwoordigt de traditionele stijl en onder andere Boroli Gaja, Ceretto en Prunotto zijn vertegenwoordigers van de moderne stijl. Deze Barolo Bussia zit daar qua stijl tussen in.